Ga naar de inhoud
  • Nieuws

Interview met Joris van Oosterwijk

19.05.2015

Performatieve installatie Stamping Project

Kun je, als introductie, iets over jezelf vertellen?

Ik ben opgeleid als theatervormgever aan de HKU in Utrecht. Ik kom dus uit een theaterhoek. De laatste jaren kenmerken zich door een verschuiving van decorontwerpen en theater maken naar meer beeldende kunst. Tekenen en schilderen heeft altijd centraal gestaan in mijn werk maar de laatste tijd is het minder dienend aan een ontwerp voor een bijvoorbeeld een voorstelling. Ik ben altijd op zoek geweest en nog steeds, naar een open en transparante vorm om de dingen te tonen die ik wil  tonen. Ik werk met toeval en realiteit en ontwerp een vorm waarbinnen deze kan bestaan. Met het stempelen hanteer ik een open vorm waarbij de bezoeker en zijn of haar afdruk centraal staat. Ik doe er verder weinig toe. Ik ben meer een medium. Voor mij is deze vorm waarbinnen ik een handeling toepas of ter plekke vormgeef en waar binnen de bezoeker dus een belangrijke ‘rol’ speelt (zichzelf is) juist theater. Ik heb dit project ook nooit bedacht als zijnde een performance of voorstelling. Het is zo gegroeid. Ik merkte dat mensen het mooi of leuk vonden om te zien hoe ik een afdruk maak.

Merk je verschil in publiek tussen verschillende landen en/of steden?

Dat merk ik zeker. Verleden jaar stond ik op theater aan zee in Oostende met dit project en wat me opviel is dat de mensen daar heel makkelijk in de verf gaan liggen voor een afdruk. Veel makkelijker dan in Nederland. Maar ik woon en werk in Rotterdam en ik zag dat de mensen daar ook makkelijk deelnemen. Motel Mozaique was een eye-opener voor mij.
Ik heb ook gemerkt dat mensen bij wie de vorm er wat minder toe doet (dus minder theater gerelateerd publiek ook) makkelijker deelnemen. Wonderlijk.

Hoe zie je de maatschappelijke rol van theater?

Ik zou persoonlijk wat minder bedacht werk willen zien. Theater zou van mij misschien iets meer een verlengstuk van beeldende kunst kunnen zijn. En natuurlijk moet er een concept zijn maar het idee van van te voren heel hard gaan zitten bedenken waar een stuk of wat dan ook over zou moeten gaan omdat er een subsidieplan geschreven moet worden vind ik raar en creativiteit dodend. Ik heb het idee dat de manier van aanvragen voor podiumkunsten rigoreus anders moet. De benadering heeft iets ouderwets. Ik kan me voorstellen dat het voor een vrij klassieke voorstelling best kan (met acteurs enzo en een script) maar het subsidiestelsel zou wat mij betreft het woord podiumkunsten iets meer eer aan mogen doen. Maar dat is mijn persoonlijke mening. Ik bedoel; je gaat toch ook niet voor een blanco canvas staan met je kwasten en je verf en bedenken wat je gaat schilderen? Dat zou idioot zijn. Ik hou ervan als theater troost bied. Ik denk ook dat dat toegankelijker is. De naduk zou wat mij betreft minder op meetbaarheid en vooraf gebabbel moeten liggen (verschrikkelijk) en meer op eigenheid en toepasbaarheid op bredere vormen van ’theater maken’. Je kunt niet zeggen wat je gaat maken als je nog niets gemaakt hebt. Logisch.
Voor maatschappelijke problematiek lees ik beter kranten en kijk ik veel documentaires.
Minder maken voor een incrowd publiek. Wat maakt mij het uit wat de Volkskrant ervan vindt. Toffer als de slager op de hoek er wat aan heeft. En het mag wel wat minder commercieel en over centen gaan. Het is geen brood dat je bakt en verkoopt. Niet dat alleen het maken van theater afhankelijk zou moeten en kunnen zijn van subsidie.

Wat is de bron van je creativiteit?

Mensen. Gewone mensen. Hele aardige mensen. Een vriendelijke omgang met elkaar. Ik haal mijn inspiratie uit alledag. Een ritje naar de supermarkt, een kroeg. En uit mezelf. Als ik onvrede voel of vreugde is kwak ik dat op een doek. Zo geef ik uiting aan een gevoel. Misschien is dat egocentrisch als een ander daar naar moet kijken maar ik denk dat een uiting geven aan een bepaald gevoel universeel kan zijn. Ik heb ooit een voorstelling gemaakt met mijn eigen moeder. Ik me afgevraagd waarom mensen naar mij en mijn moeder moeten kijken. Waarom wil ik dat en doe ik dat? Nu weet ik, iedereen heeft of had een moeder en het gaat over die band. Wat die band ook is. Dat is universeel.

Welke rol heeft kunst gespeeld in je jeugd?

Het speelde een rol maar dat komt ook omdat al vroeg duidelijk was dat mijn fascinatie daar lag. Ik tekende voortdurend. Ik kom uit een heel gewone familie maar mijn opa schilderde schilderijen en moeder zat op ballet. Ik zag dat graag. Ik zie graag hoe mensen uiting geven aan hun gevoelens op een creatieve manier. Dat kan van alles zijn; een inrichting van een huis, een schilderij, een lied, een ‘dans’.

Als je geen maker was geworden, wat zou je dan hebben gedaan?

Dan was ik archeoloog geworden of stukadoor. Ik hou van geschiedenis. Het verleden kan je iets leren over nu. Dingen met je handen doen vind ik mooi. 🙂

Wat maakt een stempel zo bijzonder?

Los van een technisch aspect, namelijk het ongelofelijke detail vind ik het bijzonder dat het een momentopname is. Dit project gaat over tijd. Voor mij is het archeologie voor later ofzo. Je laat je vereeuwigen op een specifiek moment in tijd in je leven, met al je hebben en houwen, met al je gevoelens; zorgen, blijdschap, verdriet etc. De uitkomst ben jij. Een levensechte contactafdruk van jouw lichaam. Een afdruk laat je anders kijken naar jezelf misschien.

Waar komt het idee van het stempelen eigenlijk vandaan? En hoe heb je dit van een idee tot een daadwerkelijk project gekregen?

Ik was een groot achterdoek aan het schilderen voor Grijsdraaien, de voorstelling die ik met moeder gemaakt heb en het wilde niet helemaal vlotten. De verf was te nat en wilde niet helemaal pakken op het doek. Op handen en voeten was ik bezig de verf te verdelen en zag ineens dat mijn hand een afdruk achterliet. Ik zag zoveel detail en was me bewust van een moment in tijd. Ik dacht wat gebeurt er dan met de rest van mijn lichaam als ik in de verf ga liggen? Ik heb mijn kleren uitgedaan en ben gaan liggen. Wat ik zag verbaasde me zo dat ik helemaal gek geworden ben en niet meer kon stoppen. Eerst naakt, toen met kleren aan en toen ben ik mensen gaan uitnodigen het te komen doen. Ik ben het gaan onderzoeken. Voor een project bij Corrosia in Almere ben ik wildvreemden gaan afdrukken. Toen besefte ik me dat het ook boeiend is om te zien, los van het eindresultaat. Dus ook en om deel te nemen. De vorm die ik onbewust hanteerde was die van een atelier op locatie. Vanaf dat moment ben ik leuke festivals en plekken gaan aanschrijven om het te tonen. Ieder bezoek was opnieuw een onderzoek in vorm en inhoud. Dat blijft doorgaan.

Hoe groot is je collectie stempelwerken tot nu toe? En hoeveel daarvan zijn vreemden en hoeveel zijn er van jezelf?

Ik schat dat ik er ongeveer 200 heb ofzo. Maar het kunnen er ook meer zijn. Er zijn ook veel afdrukken bij mensen thuis die ze hebben gekregen of gekocht. Er zijn ongeveer 20 afdrukken van mezelf vanaf 2011. De rest zijn vrienden, bekenden, mensen die ik tegenkwam en heel veel onbekenden. Het zijn natuurlijk ook ontmoetingen met onbekenden en dat is mooi. Het is een intieme handeling die vrij fysiek is dus dat schept een band. Dat is mooi. Echt onbekenden zijn het dus niet meer.

Hoe gewillig zijn mensen om zichzelf te laten stempelen?

Dat heeft alles met de vorm te maken, dus hoe je die hanteert op een specifieke locatie. Maar over het algemeen vrij gewillig. Ook de plek, het weer, de sfeer maken het een succes of niet. Tot nu toe gaat het elke keer heel goed maar grappig is dat ieder bezoek aan een festival of theater totaal verschillend is. In de zin van locatie, type mensen etc. Ik heb heel veel zin in Utrecht omdat ik zo lang in Utrecht gewoond heb. Ik ben super benieuwd!
Wat ik heel bijzonder vind is dat mensen ook en vaak deelnemen zonder de afdruk te willen hebben. Voor de ervaring of omdat ze iets ‘kwijt kunnen’ en achterlaten op het doek misschien. En ik neem dat mee naar huis! Da’s toch mooi!

Wat doe je achteraf met de afdrukken? Kunt je die als bestempeld persoon meenemen?

In principe verzamel ik ze. Het is een verzameling die gestaag groeit. Mensen vragen vaak of ze hun afdruk mogen hebben en dat kan. Als ze dat willen verkoop ik ze voor een festival bedrag. Alle afdrukken die ik meeneem gaan in mijn archief. Sommigen krijgen een nabewerking in de zin van dat ik ze meer benader als een schilderij. Ik schilder er dan door op of overheen. Ik maak nu ook hele grote waar ik zelf bv 10 keer op sta in allerlei gedaantes. Dat is dan meer een wisselwerking tussen schilderen en ‘stempelen’. Die zijn wel bijzonder aan het worden.
Als ik alle verzamelde werken nu bij elkaar leg neemt dat serieuze vormen aan. Het is indrukwekkend om al die mensen/afdrukken te zien in een groter geheel. Ik kan me voorstellen dat het ooit 1 groot werk word. Groot en monumentaal. Iedere afdruk is als het ware de bouwsteen voor iets groters.

Delen

Beweging aan Beweging uit